Wie kent het ouderwetse spelletje sjoelen niet? Het is vrij simpel: een lange houten sjoelbak waarbij je ronde houten sjoelstenen in de openingen aan het einde van de sjoelbak (met 1, 2, 3 en 4 punten) moet sjoelen. Sjoelen is eigenlijk een ander woord voor schuiven. Een sjoelsteen in ieder vakje levert dubbele punten op en wie de meeste punten heeft, wint. Leuk. Maar! Wat als we eens vijf alternatieve regels verzonnen?
Dat gaan we doen! De originele regels van sjoelen hebben we net al uitgelegd. Meestal hebben mensen ook een beetje hun eigen regels erbij. Je kunt dan denken aan sjoelstenen die ‘bok’ liggen of sjoelstenen die terugkaatsen. Soms mag je die opnieuw sjoelen, maar bij andere mensen moet je die aan de kant leggen. Op naar andere manieren van sjoelen!
1 Met je andere hand sjoelen
Dit klinkt makkelijker dan het is. De meeste mensen hebben duidelijk een dominante hand. Als je rechtshandig bent, moet je nu met links sjoelen. Natuurlijk kun je hierop oefenen, zodat je met je ‘verkeerde’ hand toch een puike score kan halen. Maar! Je kunt echter ook per ongeluk door de andere coördinatie tegen het houten balkje aan slaan, wat dan weer minder leuk is. Je moet dus wel oppassen.
2 Beurten tellen
In hoeveel beurten kun je alle sjoelstenen in de gleuven krijgen? Zo simpel is het. Hierbij is je score dus het aantal beurten dat je nodig hebt voor alle stenen. Wie de laagste score heeft, wint.
3 Alles op 3 en 4 mikken
Bij deze variant mik je alleen maar op de drieën en vieren. Maar! De stenen die er per ongeluk bij de één en twee in komen zijn strafpunten. Voor de rest geldt ook hier weer: de hoogste score wint.
4 Alles op de 1 en 2 mikken
In dit geval draai je het om en sjoel je alleen op de gleuven van de één en twee. Je telt uiteindelijk de stenen die in beide gleuven raak waren dubbel, behalve de stenen die je ‘over’ hebt.
Voorbeeld: Je hebt 14 stenen in de twee en 16 in de één. Dan tel je 14 x 2 en 14 x 1 = 42 punten. Dat verdubbel je (zoals bij origineel sjoelen) tot 84 met de overige 2 sjoelstenen die in de één kwamen als losse punten. Je score is dan 86. Maar! Alle stenen die in de gleuven van 3 en 4 kwamen tellen als strafpunten. Het is even rekenen, maar dan kan die ene sjoelsteen wel het verschil maken tussen winnen en verliezen.
5 Van tevoren zeggen in hoeveel beurten alles erin zit
Je zegt bijvoorbeeld 15 en probeert dan in 15 beurten alle sjoelstenen in de gleuven te krijgen. Wie het dichtst bij zijn voorspelde score zit, wint.