Over Jawbreakers

Mijn eerste kennismaking met Jawbreakers was volgens mij in 1993, toen ik net 9 jaar was. Ik herinner me het nog als de dag van gisteren. Ik was met een paar vriendjes en vriendinnetjes na schooltijd aan het spelen op het schoolplein. Welke spelletjes we deden of wie het precies waren, weet ik niet eens meer, maar ik weet wel dat er opeens een paar meisjes bij kwamen die Jawbreakers op zak hadden. Natuurlijk wist ik nog niet dat het Jawbreakers waren op dat moment. Ze waren in elk geval op hele grote toverballen aan het sabbelen en lieten zien dat die van kleur veranderden. Wauw! Ik kreeg van een van de meisjes zo’n Jawbreaker, eentje die lekker zuur begon en daarna heerlijk zoet werd. Er ging een wereld voor me open. Dit was smullen! Ik haalde de bal even uit mijn mond en zag dat hij plotseling een andere kleur had. En tot mijn grote enthousiasme eindigde het verrukkelijke zuigsnoepje in kauwgom!
Op dat moment was kauwgom voor mij sowieso al iets magisch. Vooral zo’n ingepakt kauwgumpje van bijvoorbeeld de Teenage Mutant Ninja Turtles waar dan een plaktattoo in zat; geniaal! Vervolgens liep je dan vier dagen met een steeds verder afbladderende tattoo van de Turtles op je arm. Deze Jawbreaker was het beste van twee werelden: snoep én kauwgom. Ik. Moest. Dit. Ook. Waar hadden ze deze lekkernijen vandaan?

Op naar de bakker

De meisjes vertelden dat ze te koop waren bij de bakker. Bakker Krook, welteverstaan. Een pakje van vier Jawbreakers kostte 50 cent. In guldens, natuurlijk, want dat was toen ik een kleine Perla was nog de valuta. Op dat moment kreeg ik iedere zaterdag twee gulden zakgeld en al snel had ik berekend dat ik daar dus VIER verpakkingen Jawbreakers van kon kopen! Ik ben al mijn hele leven iemand die zodra ze iets in haar hoofd heeft, dit ook METEEN wil doen, dus ik rende naar huis om mijn twee gulden te halen. Met twee guldens in mijn jaszak rammelend, holde ik daarna helemaal naar de bakker. Dat was 600 meter, heb ik zojuist uitgezocht, dus erg lang kan dat niet geduurd hebben, maar in ieder geval kwam ik hijgend bij de bakker aan. Op de toonbank stonden twee kartonnen doosjes met Jawbreakers erin. Als ik het me nou goed herinner waren de ene die groene zure die ik geproefd had, maar de andere waren rood. Mijn voorkeur voor roodkleurig snoepgoed stak meteen de kop op. Aardbei en framboos, mmm, dat is een no-brainer, natuurlijk. In mijn enthousiasme kocht ik twee pakjes rode en twee pakjes groene Jawbreakers. Zonder tijd te verspillen rende ik weer terug naar het schoolplein. Het was inmiddels gaan schemeren. Vol spanning opende ik de verpakking van de rode Jawbreakers en stak er eentje in mijn mond. In plaats van de lekkere aardbeiensmaak die ik verwachtte, proefde ik een erg hete kaneelsmaak! Ugh! Dat was een teleurstelling. Ik keek op de verpakking en jawel, daar stond het inderdaad: Fireball. Ik was nog maar 9, maar ik zag nu aan het plaatje dat deze Jawbreakers HEET waren en dat ik dat had kunnen weten als ik iets beter had gekeken toen ik bij de bakker was. Wat bezielde die bakker om deze hete troep te verkopen?! Dat was althans mijn gedachte. Niemand vindt dit toch lekker? Ik probeerde door te zetten in de hoop snel een minder hete smaak te krijgen, maar helaas moest ik opgeven. Ik spuugde de hete bal uit in de prullenbak op het schoolplein. En, tot mijn teleurstelling, was nu de helft van mijn Jawbreakers waardeloos geworden. Ik probeerde volgens mij de 1 ¾ verpakking hete ballen met de meisjes te ruilen tegen de lekkere, maar dat liep op niks uit. Snel nam ik maar een zure, die wèl lekker was. Aiai, de helft van mijn zakgeld verspild aan veel te hete snoepjes. Wat een les. 

Een van de fijnste dingen aan volwassen zijn

Dan ben je als kind dus volledig afhankelijk van je ouders om snoep te krijgen of van je zakgeld, wat ‘in mijn tijd’ en op die leeftijd natuurlijk helemaal niks was. Maar op een dag ben je volwassen en verdien je je eigen geld. Ik heb er geen woorden voor hoe heerlijk het is om zélf snoep te kunnen kopen en dan ook nog zoveel je wilt. Een triomfantelijk moment had ik toen ik een jaar of 20 was en een Jamin binnenstapte. Bij de kassa kon je een plastic mandje pakken om snoep in te doen en dat was precies wat ik deed. In de winkel liepen ook nog wat kinderen, maar ik mikte doelbewust Jawbreakers, kauwgomlollies, regenboogpoederstaafjes, salmiakpoeder en nog veel meer in mijn bakje. Bam, dit is nu allemaal van mij en ik ga dit enorm in mijn eentje opvreten! Toen ik met mijn bakje vol snoep bij de kassa stond, zag ik een jongetje, misschien wel van een jaar of 9, een soort van jaloers naar mijn snoep kijken. Ik moest direct denken aan mezelf op die leeftijd. Heerlijk, volwassen zijn. Je kunt gewoon vóór etenstijd nog een bakje chips pakken, desnoods dat hele pakje Jawbreakers achter elkaar opeten en je hoeft niet te berekenen hoeveel je er kunt kopen van je twee gulden. Je kunt er zoveel kopen als je wilt. In euro’s. Of je dat dan ook moet doen, is natuurlijk een heel andere vraag. Gezond blijven en in je kleding blijven passen is nog veel lekkerder, tenslotte!

Op dit moment ligt er echter een pakje Jawbreakers in mijn bureaulade, waar er nog drie in zitten. En wat denk je? Ze hebben aardbeiensmaak. Heerlijk. Maar ze veranderen niet van kleur.